Warmtetransitie

Resultaten onderzoek Inwonerspanel over de warmtetransitie

Om Nederland te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering, zijn nationale en internationale doelen afgesproken. Eén van de doelen is dat in 2050 geen aardgas meer wordt gebruikt voor het verwar-men van gebouwen. We gaan daarom stapje voor stapje van het aardgas af. Dit heet de warmtetransitie.

In juni werd via het Inwonerspanel onderzoek gedaan naar hoe de warmtetransitie leeft bij inwoners, of en wanneer men betrokken wil worden en op welke manier. Aan dit onderzoek deden 515 mensen mee, een respons van 55%. Bijna negen op de tien (86%) van hen woont in een koopwoning, zonder Vereniging van Eigenaren.

Uit het onderzoek komt onder andere naar voren dat bijna zes op de tien (56%) respondenten bekend is met de warmtetransitie. Bijna de helft (48%) van hen staat positief tegenover deze transitie. Vier op de tien (41%) wil hier ook graag een bijdrage aan leveren.

Daarnaast bleek dat al behoorlijk wat respondenten energiebesparende maatregelen hebben aangebracht in of aan hun woning. Het gaat dan met name om isolatieglas (76%), dakisolatie (65%) en gevelisolatie (63%).
Men wil voornamelijk maatregelen nemen als deze bijdragen aan comfort in huis (58%), geld besparen op de energierekening (52%) en de maatregelen op korte termijn qua investering terugbetalen (46%). Daaren-tegen zijn er ook zorgen over de warmtetransitie. De voornaamste zorgen zijn dat het veel geld gaat kosten (62%), dat ze niet zelf kunnen bepalen wanneer en/of ze van het gas af willen (42%) en dat ze met veel rompslomp te maken krijgen (41%).

Een derde (33%) van de respondenten zou meer duurzame maatregelen aan de woning treffen als hij of zij daar de financiële middelen voor zou hebben. De helft van de respondenten (51%) geeft daarnaast aan meer maatregelen te nemen als het hen gemakkelijk wordt gemaakt. Op de vraag wie verantwoordelijk is voor de overstap van aardgas naar andere energiebronnen is twee derde (67%) van de respondenten van mening dat inwoners samen met de overheid verantwoordelijk zijn. Eén op de vijf (18%) vindt dat de over-heid dit helemaal zelf zou moet regelen.