Veiligheid en preventie

Inwoners gemeente Bladel tevreden over leefbaarheid en veiligheid

Onlangs werd een onderzoek gehouden over leefbaarheid en veiligheid in onze dorpen en wijken. Dat onderzoek werd gedaan via het digitale inwonerspanel van de gemeente Bladel.

Hoe prettig het wonen in een buurt is, hangt van verschillende factoren af. Denk bijvoorbeeld aan het onderhoud in de buurt, het gevoel van veiligheid, de aanwezigheid van buurtpreventie en de omgang van buurtbewoners met elkaar. Om het woonplezier in de gemeente Bladel te vergroten, werd onderzocht hoe inwoners de leefbaarheid en de veiligheid in hun eigen buurt ervaren.

Aan dit onderzoek deden 618 mensen mee. De deelnemers gaven het mooie cijfer van 7,8 voor het wonen in hun buurt en 7,1 voor veiligheid. Hoewel het in het inwonersonderzoek gaat om gevoel (en daarmee subjectief is), sluit het wel aan bij de resultaten van de misdaadmonitor van dagblad AD (onderzoek over het jaar 2018). Daaruit kwam destijds naar voren dat wonen en leven in de gemeente Bladel ook echt veiliger was dan in het overgrote deel van andere Nederlandse gemeenten.

De opvallendste resultaten leest u hier.

Leefbaarheid

Deelnemers geven het wonen in de buurt gemiddeld een 7,8.

Zeven op de tien deelnemers vindt dat het in de buurt goed is verlicht. Twee derde van de deelnemers vindt dat er in de buurt voldoende goede speelplekken zijn voor kinderen jonger dan 12 jaar. Voor kinderen ouder dan 12 jaar vindt de helft van deelnemers dat er te weinig goede voorzieningen zijn.

Veiligheidsbeleving

Deelnemers geven de veiligheid in de buurt gemiddeld een 7,1.

Over het algemeen voelen deelnemers zich ook ‘s avonds veilig in de buurt of hun woning. Wel geeft ruim een derde van deelnemers aan, liever ‘s avonds de deur niet meer open te doen, omdat het niet veilig voelt. De drie belangrijkste zaken op het gebied van veiligheid die volgens deelnemers door gemeente de meeste aandacht moeten krijgen zijn: overlast van jeugd, woninginbraken en georganiseerde criminaliteit.

Buurtpreventie

Drie kwart van de deelnemers doet mee aan buurtpreventie. Ruim de helft van de mensen is lid van de buurtpreventie Whatsapp groep en/of gebruikt het waarschuwingssysteem Burgernet (app).

Criminele activiteiten in de buurt

Bijna vier op de tien deelnemers denkt niet dat er criminele activiteiten plaatsvinden in de buurt. Een kwart van de deelnemers geeft aan wél te denken dat er criminele activiteiten zijn in de buurt. Vermoedens van drugshandel worden genoemd.

Acht op de tien deelnemers is bekend met de mogelijkheid om anoniem informatie te melden over criminele activiteiten. Negen op de tien deelnemers is ook bereid die signalen door te geven aan de politie of via Meld Misdaad Anoniem (telefoonnummer 0800-7000).

Preventie diefstal en veiligheid in huis

Zes op de tien deelnemers laat ‘s avonds het licht branden als er niemand thuis is. Eenzelfde aantal deelnemers heeft geen geldig Politie Keurmerk Veilig Wonen certificaat. Toch heeft 60% wel extra veiligheidssloten of grendels op de buitendeur. Negen op de tien deelnemers heeft rook en/of hittemelder(s) in huis. Iets meer dan de helft van de deelnemers heeft een blusdeken en/of brandblussers in huis.

Wat doet de gemeente met deze resultaten?

Eens in de vier jaar stelt de gemeenteraad een nieuw integraal veiligheidsplan vast. Daarin beschrijft de gemeente haar visie, strategische doelen, uitgangspunten en prioriteiten op het gebied van veiligheid. Het analyseren van de plaatselijke veiligheidssituatie is de basis voor een goed integraal veiligheidsplan. Naast objectieve cijfermatige gegevens van politie, Openbaar Ministerie en de gemeente zelf, kijken we ook naar ander soort informatie. Want veiligheid zit niet alleen in cijfers, maar ook in gevoel. Dat noemen we ‘subjectieve veiligheid’.

Het gevoel van veiligheid dat inwoners ervaren op verschillende onderwerpen komt heel duidelijk naar voren uit dit onderzoek. Dat kunnen we dus meenemen bij het opstellen van het nieuwe integraal veiligheidsplan dat in 2022 wordt gemaakt. Daarin bepaalt de gemeente waar we de komende vier jaar extra op letten en waar extra inzet nodig is.